Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar hij zeide: [13]Wat heb ik gezondigd, dat gij uw knecht geeft in de hand van Achab, dat hij mij dode? 13. Hij wil zeggen dat Elia, hem bevelende hetgeen in vs.8 vermeld is, hem niets goeds scheen te gunnen, alsof hij zich ergens in misdaan had; want hij kon dat bevel niet wel volbrengen, zonder zijn leven in groot gevaar bij Achab te stellen. De reden hiervan verhaald hij onder, vs.12.